Experts raden ARA aan in combinatie met DHA in zuigelingen- en opvolgzuigelingenvoeding

Experts wegen mee

• Nieuwe mandaten van Europese regelgeving veranderen de samenstelling van zuigelingen- en opvolgzuigelingenvoeding in de EU vanaf februari 2020.
  
• Zesentwintig internationale voedingsdeskundigen kwamen bijeen om de nieuwste wetenschappelijke inzichten op het gebied van DHA en ARA te evalueren en vragen te onderzoeken die de nieuwe regelgeving oproept.
  
• Gerenommeerde voedingsdeskundigen hebben een nieuw artikel gepubliceerd waarin staat dat zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding zowel DHA als ARA moeten bevatten.

Europese regelgeving voor DHA en ARA

De Europese verordening (EU 2016/127) schrijft voor dat vanaf februari 2020 alle zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding die in de Europese Unie op de markt wordt gebracht 20-50 mg DHA/100 kcal moet bevatten (het equivalent van 0,5-1% van de totale hoeveelheid vetzuren), maar arachidonzuur (ARA) blijft een optioneel ingrediënt en hoeft niet te worden toegevoegd aan het eindproduct. Dit niveau van DHA is hoger dan wat gewoonlijk wordt gerapporteerd in moedermelk en wat wordt aangetroffen in de huidige zuigelingenvoeding. De nieuwe regelgeving heeft geleid tot grote bezorgdheid binnen de kindervoedingsindustrie en onder voedingsdeskundigen, die dit beschouwen als een nieuwe benadering van de samenstelling van IF en FOF, en omdat er geen geloofwaardige gegevens beschikbaar zijn die de veiligheid en geschiktheid voor gebruik in gezonde zuigelingen documenteren.

Wat voedingsdeskundigen zeggen

Een position paper van de European Academy of Paediatrics en de Child Health Foundation getiteld "Should formula for infants provide arachidonic acid along with DHA?". is onlangs gepubliceerd in het American Journal of Clinical Nutrition¹. De position paper beschrijft de belangrijkste bevindingen en conclusies van een bijeenkomst van 26 internationale voedingsdeskundigen die bijeenkwamen om de meest recente wetenschap op het gebied van DHA en ARA te evalueren en vragen te onderzoeken die worden opgeroepen door de samenstelling van IF en FOF die in de EU zijn toegestaan als gevolg van de nieuwe verordening (EU 2016/127).

Het NSA-team (Nutritional Science and Advocacy) van dsm-firmenich heeft de position paper beoordeeld en de volgende samenvatting van de meningen van deskundigen opgesteld.

Alle zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding moet zowel DHA als ARA bevatten.

DHA moet minstens 0,3% van de totale vetzuren bedragen (het gemiddelde gehalte in moedermelk wereldwijd), maar bij voorkeur 0,5% van de totale vetzuren (het equivalent van het gemiddelde + één standaarddeviatie). Het verstrekken van DHA met 0,5% van de totale hoeveelheid vetzuren had de voorkeur omdat dit zou voorzien in de hogere behoeften van sommige kinderen die drager zijn van varianten in genen die de activiteit verminderen van enzymen die cruciaal zijn voor de synthese van DHA en ARA. Deze genetische varianten hebben een grotere invloed op ARA dan op DHA, wat leidt tot bijzonder lage ARA-niveaus zonder dat er een voedingsbron van ARA is^2,3. Volgens deskundigen is het waarschijnlijk dat het ARA in moedermelk een belangrijke rol speelt bij het verminderen van het risico op astma en de verbeterde cognitieve ontwikkeling die werd gerapporteerd in onderzoeken met baby's die borstvoeding kregen en die een genetische predispositie hadden voor een lage ARA-synthese.

Suppletie met ARA wordt sterk aanbevolen wanneer DHA wordt toegevoegd

De experts merken op dat nog moet worden bepaald wat de minimale en optimale innameniveaus van ARA zullen zijn. Met gehaltes aan DHA tot 0,64% van de totale vetzuren raden ze echter aan om ARA toe te voegen in ten minste dezelfde hoeveelheden als DHA, wat in lijn is met de aanbeveling van de Codex Alimentarius. Wat de verhouding tussen DHA en ARA betreft, wijzen klinische onderzoeken waarin de verhouding tussen DHA en ARA in flesvoeding is onderzocht, erop dat een hoge inname van DHA zonder evenwichtige ARA-niveaus ongewenste effecten kan hebben bij zuigelingen, zoals een verlaagde ARA-concentratie in het hersenweefsel, een suboptimale neurologische ontwikkeling en mogelijk nadelige effecten op de groei en de immuunontwikkeling.

Er is meer onderzoek nodig

De experts verwijzen naar het voorzorgsprincipe dat gewoonlijk wordt toegepast wanneer wetenschappelijk bewijs niet alle onzekerheid over mogelijke risico's kan wegnemen. De deskundigen van de European Academy of Paediatrics en de Child Health Foundation bevelen aan om zuigelingen geen voeding te geven met een hoog DHA-gehalte zonder toevoeging van ARA, tenzij er een grondige evaluatie is van deze nieuwe aanpak die wordt uitgevoerd en beoordeeld door onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen.

mening van dsm-firmenich

dsm-firmenich is ook voorstander van het gebruik van zowel DHA als ARA in formules voor baby's in de verhoudingen die worden aangetroffen in moedermelk tijdens de kritieke eerste levensfase. dsm-firmenich werkt als partner samen met fabrikanten van kindervoedingsproducten om oplossingen te ontwikkelen die een gezonde groei en ontwikkeling van baby's ondersteunen.

Lees de volledige position paper gepubliceerd in The American Journal of Clinical Nutrition, "Should formula for infants provide arachidonic acid along with DHA? Een position paper van de European Academy of Paediatrics en de Child Health Foundation."