De aanwezigheid van voedingslipiden in moedermelk onthult hun belang tijdens het vroege leven - een spotlight op ARA

ARA is een belangrijk bestanddeel van moedermelk en speelt samen met DHA een belangrijke rol in de groei en ontwikkeling van de zuigeling.

• Een recent gepubliceerde review over de aanwezigheid en de rol van ARA in moedermelk benadrukt het belang ervan als voorloper van een verscheidenheid aan bioactieve moleculen die metabolische en ontwikkelingstrajecten beïnvloeden.
• Moedermelk is de optimale keuze voor zuigelingenvoeding en heeft een complexe en evoluerende samenstelling. Het ARA-gehalte in moedermelk wordt beïnvloed door het voedingspatroon en de fysiologische status van de moeder.
• In dit ask-the-expert interview kijken we naar de belangrijke rol die ARA, samen met DHA, speelt in de visuele, cognitieve en fysiologische ontwikkeling. Het verstrekken van voorgevormde ARA, samen met DHA, in voldoende hoeveelheden in de voeding van zuigelingen, helpt ervoor te zorgen dat aan hun voedingsbehoeften aan ARA en DHA wordt voldaan.

Hoor van Dr. Peter Van Dael, SVP Nutrition Science and Advocacy bij dsm-firmenich, over de belangrijke rol van ARA en DHA in babyvoeding:

Een spotlight op de rol van ARA in moedermelk

Moedermelk wordt algemeen erkend als de optimale keuze voor zuigelingenvoeding, wat heeft geleid tot uitgebreid onderzoek naar de unieke en complexe samenstelling ervan. Onlangs publiceerden Salem en Van Dael een uitgebreid overzicht van ARA in moedermelk. ARA, een n-6 vetzuur, is het meest voorkomende meervoudig onverzadigde vetzuur met lange keten (LC-PUFA) in moedermelk, dat ongeveer 1000 verschillende vetzuren bevat. Menselijke melk bevat altijd ARA en DHA, een andere LC-PUFA, hoewel de niveaus sterk variëren in verschillende delen van de wereld.

ARA komt voor in moedermelk, voornamelijk in de vorm van triglyceriden, maar ook in de vorm van fosfolipiden uit de melkvetbolletjesmembraan. Hoewel lipiden slechts 2-5% van het gewicht van de moedermelk uitmaken, varieert de samenstelling ervan meer dan van alle andere macronutriënten.¹ De lipidensamenstelling wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder de lactatiefase, de duur van de voeding, de zwangerschapsduur bij de geboorte, het voedingspatroon en de voedingsstatus van de moeder en de gezondheid van de moeder.² De variabiliteit van deze factoren maakt het moeilijk om de specifieke hoeveelheid van verschillende lipiden in moedermelk te kwantificeren, wat wordt bevestigd door de grote spreidingen die in verschillende onderzoeken worden gerapporteerd. Salem en Van Dael merken op dat het gerapporteerde ARA-gehalte varieert van 0,05% tot 1,12% van de totale hoeveelheid vetzuren en het DHA-gehalte varieert van nauwelijks tot niet.

Hoe voeding en genetica de biologische beschikbaarheid van ARA beïnvloeden

Het niveau van DHA en ARA varieert per land en cultuur, waarschijnlijk door verschillen in de inname van deze essentiële vetzuren via de voeding. Zowel het DHA- als het ARA-gehalte is over het algemeen aanzienlijk lager bij ondervoede vrouwen, waarbij dalende gehaltes samengaan met een hogere ernst van de ondervoeding.³ Studies naar dieetinterventies tonen aan dat de inname van zowel DHA als ARA via de voeding van de moeder de adequate gehaltes in de moedermelk kan verhogen en ondersteunen.^4-6 Het is zelfs zo dat extra DHA in de voeding van vrouwen die borstvoeding geven, resulteert in een lineaire correlatie met de stijging van deze vetzuren in de moedermelk.⁴

Vergeleken met zuigelingen die borstvoeding krijgen, ervaren zuigelingen die flesvoeding zonder ARA krijgen een dalende ARA-status.^7,8 Het vermogen van zuigelingen om ARA te synthetiseren uit linolzuur (LA) wordt sterk beïnvloed door een genetische variant die voorkomt bij ongeveer 30% van de Europeanen, bij meer dan 50% van de Aziaten en bij tot 97% van de inheemse Amerikanen.⁹ Er is gesuggereerd dat deze gen-dieet-interactie kan leiden tot een te lage DHA- en ARA-status, en als gevolg daarvan het risico op eczeem, astma en cognitieve stoornissen kan verhogen.10 Verder benadrukt dit de noodzaak om voorgevormd ARA en DHA via de voeding te verstrekken om een adequate ARA- en DHA-status te ondersteunen.

Belang van ARA in babyvoeding, samen met DHA

ARA is net zo belangrijk als DHA voor de ontwikkeling en het functioneren van het zenuwstelsel.^11,12 Tijdens de vroege ontwikkeling hoopt ARA zich snel op en bereikt het hoge concentraties die vergelijkbaar zijn met die van DHA.^13,14 Talrijke onderzoeken melden gunstige effecten op de ontwikkeling en functie van de hersenen van zuigelingenvoeding die is aangevuld met DHA en ARA, in vergelijking met voeding zonder supplementen. Hoewel deze voordelen eerder werden toegeschreven aan DHA, zijn de resultaten waarschijnlijker het resultaat van zowel DHA als ARA, die altijd samen in moedermelk worden aangetroffen.

ARA fungeert als voorloper van bioactieve verbindingen, waaronder eicosanoïden en endocannabinoïden. Eicosanoïden zijn zeer actief in verschillende fysiologische systemen en pathologische processen, waaronder het ontstekingsproces. Endocannabinoïde receptoren zijn al aanwezig vanaf 14 weken zwangerschap en lijken verschillende rollen te spelen in de ontwikkeling van de mens.

Borstvoeding is gekoppeld aan een optimale cognitieve ontwikkeling, die in verband wordt gebracht met de unieke lipidensamenstelling - met name de aanwezigheid van ARA en DHA. Aanvulling van zuigelingenvoeding met DHA en ARA, waarbij de ARA-niveaus meestal hoger zijn dan DHA, kan leiden tot verbeteringen in visuele, cognitieve en psychomotorische beoordelingen.

DHA en ARA - beter samen

Onderzoeken melden over het algemeen dat ARA en DHA het beste werken om functionele resultaten te verbeteren als ze samen worden gegeven, meestal in een verhouding van 2:1.¹⁵ De verhouding lijkt vooral belangrijk om een evenwicht van deze vetzuren in de hersenen te garanderen. Wanneer DHA in hogere gehaltes dan ARA wordt toegevoegd aan zuigelingenvoeding, bleken de cognitieve prestaties en de opslag van hersenweefsel af te wijken van de referentieresultaten.^16-18

Onderzoek naar de rol van DHA in de groei en ontwikkeling van baby's wordt meer besproken, wat gedeeltelijk te wijten is aan het ontbreken van een diermodel voor ARA-onderzoek. Knaagdieren die een n-6-deficiënt dieet kregen, vertoonden ernstige groei- en hersenstoornissen, zodat de resultaten niet direct in verband konden worden gebracht met ARA. Het corrigeren van ARA-tekort in andere knaagdiermodellen om functionele voordelen te behalen resulteerde in verbeteringen, soms met ARA-suppletie alleen, maar altijd wanneer DHA en ARA samen werden gegeven.¹⁹

Onlangs publiceerden de European Academy of Paediatrics en de Child Health Foundation een position paper waarin ze het belang benadrukten van het verstrekken van zowel DHA als ARA in zuigelingenvoeding.²⁰ Deze internationale deskundigen op het gebied van zuigelingenvoeding concludeerden dat het niveau van DHA ten minste 0,3% van de vetzuren moet zijn, gelijk aan het gemiddelde algemene niveau in moedermelk, maar bij voorkeur 0,5% moet bereiken. De groep raadde sterk aan om ARA samen met DHA te verstrekken. Wanneer DHA wordt geleverd in zuigelingenvoeding tot ∼0,64% van de vetzuren, moet ARA worden geleverd in ten minste gelijke hoeveelheden.

dsm-firmenich volgt de nieuwste voedingswetenschap op de voet. Wij zijn gespecialiseerd in wetenschappelijk onderbouwde zuigelingenvoedingsoplossingen die voldoen aan de behoeften van uw klanten.